Richtingaanwijzers

Personaliseer uw motor met uw afbeelding, vind onze exclusieve LED en gloeilamp knipperlichten

Meer filters

Van hoog naar laag sorteren
Pagina:
  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5

De installatie van weerstanden bij het vervangen van knipperlichten is afhankelijk van 2 parameters:

- De kracht van de oorspronkelijke indicator

- Het vermogen van de te monteren aanpasbare richtingaanwijzer

Het verschil in vermogen zal door de weerstand worden gecompenseerd, zodat de nieuwe indicator optimaal werkt.

Voorbeeld: We nemen een richtingaanwijzer met een originele gloeilamp van 21W en een LIGHTER sequentiële LED-richtingaanwijzer ref IN1126.

Het verschil in op te maken vermogen is 21W - 2,4W = 18,6W per indicator.

Als de motor draait, levert de dynamo een spanning van ongeveer 13,5V.

Hier zoeken we naar de weerstand om het vermogen van 18,6W te compenseren

De formule volgens de wet van Ohm is R (weerstand) = V (spanning)²/P (vermogen).

Dit geeft ons R=V²/P=13.5²/18.6=9.80 Ω

Het is dus voldoende om een weerstand van 10 Ω (ref. IN820) op elk knipperlicht te monteren om de juiste werking te verkrijgen.